Subcuratoren
Interboro (Community) is een onderzoeks- en ontwerpgroep die in 2002 in New York werd opgericht. Ze richt zich op de buitengewone, opwindende complexiteit van de hedendaagse stad, die ze benadert door erover te schrijven en les te geven, maar ook via de professionele beroepspraktijk. Interboro heeft veel prijzen gewonnen voor haar innovatieve projecten. In 2006 won Interboro de New Practices Award van de afdeling New York van het AIA. In 2005 kreeg Interboro de Young Architects Award van de Architectural League. Werken van Interboro zijn gepubliceerd in tijdschriften als Lotus International, Praxis en Verb en getoond op tentoonstellingen in de Galerie für Zeitgenössische Kunst in Leipzig, het Museum of Contemporary Art in Detroit en het Walker Art Center.
Bart Goldhoorn (Collective) studeerde in 1989 af als bouwkundige aan de TU Delft. In 1993 kreeg hij, na een korte carrière als architect in Amsterdam, een beurs om in Moskou aan het werk te gaan. In 1995 richtte hij het tijdschrift Project Russia op, dat in 2001 werd gevolgd door Project International en in 2007 door Project Baltia. Project Russia, dat in het Russisch en het Engels verschijnt, is momenteel het toonaangevende architectuurtijdschrift in Rusland. Bart Goldhoorn heeft gedoceerd en veelvuldig gepubliceerd over de postcommunistische architectuur. In 2004 was hij verantwoordelijk voor de Russische bijdrage aan de IABR en in 2008 was hij curator van de eerste Moskouse Architectuurbiënnale.
Alexander Sverdlov (Collective) studeerde in 2002 af aan het Berlage Instituut en ging daarna aan de slag als architect en projectarchitect bij Neutelings Riedijk, West 8 en AMO/OMA. Hij was als lokaal curator en deelnemer betrokken bij het onderzoeksproject ‘Shrinking Cities’ van de Deutsche Kulturstiftung en nam deel aan de Rotterdamse architectuurbiënnale van 2007. In 2007 richtte hij SVESMI op, een onafhankelijk ontwerp- en researchbureau in Rotterdam. Sinds vorig jaar houdt SVESMI zich bezig met het ontwerpen van grootschalige woningbouwprojecten in Moskou.
Can Altay (Refuge) studeerde kunst, design en architectuur aan de Bilkent Universiteit in Ankara en promoveerde daar in 2004 op een onderzoek naar het proces van massavolkshuisvesting in Turkije. Hij heeft les gegeven op diverse opleidingen voor architectuur en design in Turkije en op de AA Winter School in Dubai in 2008. Zijn installaties met video’s, kaarten, studieboeken en foto’s, waarin hij onderzoeken doet naar stedelijke omgevingen en systemen, hebben deel uitgemaakt van diverse biënnales en zijn tentoongesteld in onder andere het Walker Art Center (VS), ZKM (Duitsland), P.S.1 MoMA (VS) en Platform Garanti (Turkije).
Philipp Misselwitz (Refuge) werkt als architect en curator vanuit Berlijn en Istanbul. Hij heeft lesgegeven aan de London Metropolitan University en de Universität der Künste in Berlijn en was een van de oprichters van de in Berlijn gevestigde architectuuronderzoeksgroep Urban Catalyst. Als curator was hij betrokken bij de tentoonstellingen ‘Liminal Spaces’, ‘Corpse Exquisite’ (met Nikolaus Hirsch) en ‘Cultural Agencies’ bij Platform Garanti in Istanbul. Hij was ook de oprichter van www.grenzgeografien.org. In 2005 nam hij het initiatief tot een onderzoeksproject onder auspiciën van de VN waaraan hij nu leiding geeft en in het kader waarvan hij nu op de Universiteit van Stuttgart onderzoek doet naar participerende planningsstrategieën in verstedelijkte vluchtelingenkampen in het Midden-Oosten.
Jörg Stollmann (Squat) studeerde architectuur aan de Universität der Künste in Berlijn en Princeton University. Hij nam deel aan het MAS Program Landschapsarchitectuur en was studieleider van het MAS Program Stedenbouw aan de ETH in Zürich. In 2002 richtte hij met Dirk Hebel Instant Architects op. In het najaar van 2008 werd hij benoemd tot gastdocent design en stedenbouw op de Technische Universiteit van Berlijn.
Rainer Hehl (Squat) studeerde architectuur en stedenbouw aan de RWTH in Aken, de UdK in Berlijn en de ESA in Parijs. Als projectarchitect werkte hij voor diverse architectenbureaus in Parijs en bij DillerScofidio+Renfro en OMA in New York. Sinds 2006 geeft hij les aan de ETH in Zürich, waar hij tegelijkertijd werkt aan een proefschrift over organisatorische netwerken en verstedelijkingsstrategieën voor informele nederzettingen.
Stephen Cairns (Reciprocity) doceert architectuurtheorie en design aan de universiteit van Edinburgh. Nadat hij een tijd als architect en ontwerper in Nieuw-Zeeland, Australië en Oceanië had gewerkt, voltooide hij aan de universiteit van Melbourne een interdisciplinair proefschrift over hedendaagse interpretaties van het sublieme, postkoloniale kritiek en koloniale architectuur in Indonesië. Hij publiceerde in tijdschriften als Urban Studies, Journal of Architecture en Postcolonial Studies en redigeerde de tekstbundel Drifting: Architecture and Migrancy (Routledge, 2004). Momenteel werkt hij met Greig Crysler (UC Berkeley) en Hilde Heynen (KU Leuven) aan het binnenkort te verschijnen Handbook of Architectural Theory (Sage), en met de geografe Jane M. Jacobs (Edinburgh) aan een project over architectuur en afval.
Daliana Suryawinata (Reciprocity) studeerde aan het Berlage Instituut. Na voltooiing van haar studie in 2005 werkte ze als architect bij OMA, West 8 en MVRDV. Over haar werk is gepubliceerd in Works of Young Indonesian Architects 1998-2002 (april 2005) en KM3 en het is tentoongesteld in het Erasmushuis in Jakarta, op de Biënnale van Venetië en als onderdeel van het JakArt programma in Jakarta. Daliana is lid van Young Indonesian Architects, een discussieplatform van architecten in Jakarta, en heeft lesgegeven aan het Berlage Instituut, de Academie van Bouwkunst in Rotterdam en de TU Delft. Momenteel werkt ze aan een postdoctoraal ‘PhD by Design’ project – ‘Prosper(c)ity’ — bij de Why Factory, een onderzoeksgroep onder leiding van Winy Maas. In 2007 richtte ze met Florian Heinzelmann een eigen bedrijf op: Suryawinata- Heinzelmann Architecture and Urbanism/SHAU.
Crimson Architectural Historians (Maakbare Samenleving/Rotterdam)
stelt zich ten doel een historisch bewustzijn productief te maken voor de hedendaagse architectuur en stedenbouw. Sinds 1994, toen Crimson toetrad tot het stedenbouwkundige team dat verantwoordelijk was voor de uitbreiding van het Utrechtse stadsdeel Leidse Rijn, heeft het bureau zich ontwikkeld tot een hybride praktijk met de hedendaagse stad als onderwerp. Crimson ontwerpt voor de stad, doet onderzoek naar de stad, schrijft over de stad, geeft les over de stad, presenteert de stad op tentoonstellingen en in kunstwerken, adviseert en ontwikkelt beleid voor de stad. Tot zijn vele publicaties behoren Re-Arch: New Designs for Old Buildings, Re-Urb en Too Blessed to be Depressed: Crimson 1994-2002. Van 2001 tot 2007 gaf Crimson leiding aan het WiMBY! project, een alternatieve benadering van stadsvernieuwing in de naoorlogse deelgemeente Hoogvliet bij Rotterdam.
Zef Hemel (Vrijstaat Amsterdam) is adjunct directeur van de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) Amsterdam. Hij studeerde sociale geografie/planologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam op ‘Het landschap van de IJsselmeerpolders. Planning, inrichting en vormgeving’. Hij was directeur van de Academie van Bouwkunst Rotterdam, en werkte als planoloog bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) te Den Haag, eerst als secretaris van de Raad voor de Ruimtelijke Ordening, daarna als redacteur van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening en ten slotte als lid van de denktank van het Ministerie van VROM. Zef Hemel is lid van het dagelijks bestuur van het Forum voor Stedelijke Vernieuwing. Sinds 2004 is Hemel adjunct directeur bij de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO), een beleidsdienst van de gemeente Amsterdam. DRO adviseert het gemeentebestuur over het beleid voor de ruimtelijke ordening, de openbare ruimte en het groen. Hij houdt zich bij DRO onder andere bezig met de metropolitane ontwikkeling van Amsterdam.